Prins Reimink de Vierde

Overmorgen op vakantie…

Een vrijdagavond zonder feesten en partijen in de zaal komt gelukkig niet zo vaak voor. De ideale avond om een al vier keer uitgestelde afspraak met een goede vriend en vriendin te plannen. “We zijn er om 20.00 uur”. Goede reden om rond 19.15 uur door de PLUS te lopen en met de tas vol chips en snacks de (koel-)kast thuis te vullen. In afwachting van de visite verzamel ik ondertussen wat korte broeken en T-shirts aangezien ik zaterdagnacht vertrek voor een week vakantie.

Om 19.58 uur gaat m’n telefoon… “Ja, Michel met Wilco… ik ben met Choco en Patrick in de zaal nog wat filmpjes aan het opnemen voor de Prinswisseling maar we hebben je even nodig. Je hoeft alleen maar even door het beeld te lopen”. Ik zeg “OK, maar dan wel nu meteen want ik krijg over 2 minuten visite”. Ja is goed, het duurt maar heel even!”

Misschien denkt u nu: “Ja… toen had je het al kunnen weten”, maar ik dus niet… Als bewoner van de Residentie klepper je dan de trap af, loopt een pikdonkere zaal binnen en schrikt je een ongeluk als daar Prins Willie de Eerste en Prins Choco achter de deur staan met hun steek op. “We dachten dat jij nu maar aan de beurt bent!”, met een grote grijns en ook wel afwachtende blik in hun ogen.

Van schrik hebben we maar een biertje gedronken in een hoekje van de nog steeds donkere zaal. Ik hoorde dat mijn visite vakkundig door hun was afgebeld, dus ik kon geen haast meer hebben. Ik heb altijd geroepen – én werkelijk gedacht – dat ik “nee” zou zeggen als de vraag zou komen. Maar nu de vraag gesteld is wilde ik er echt even over nadenken. Heel voorzichtig verlieten Willie en Choco via de nooduitgangen de Residentie, want het was natuurlijk een overval in het Sprokkelhol van de leeuw.

Vijf minuten liep ik in een doodstille, donkere zaal rond en dacht terug aan de ontelbare mooie momenten en herinneringen tijdens en rondom carnaval.  En een kwartier later wandelde ik bij Choco thuis binnen waar de twee Prinsen op de bank zaten, met een biertje in de hand en ik zei: “Dank jullie wel, ik ga het doen en ben vereerd dat ik Prins der Sprokkelaars mag zijn”.

Voor wie m’n gezicht niet kent: Mijn naam is Michel Reimink, 54 jaar jong, en ik woon samen met “bonuszoon” Wesley en teckel Trix in de Residentie, of beter gezegd: daarboven. Mijn gezinssamenstelling is in de loop van de jaren regelmatig veranderd, maar met Yannick, Ricardo, Bram en Wesley is het nog steeds een prachtig samengeraapt clubje waar ik van hou en trots op ben. Helaas is (oud-Prins) Koos (de Laatste) er fysiek niet meer bij, maar in gedachten elke minuut wel! Dankbaar.

In mijn vrije tijd lees ik graag, luister ik veel en (bijna) allerlei soorten muziek, en vind het heerlijk om een korte of lange wandeling met Trix te maken. Daarnaast probeer ik regelmatig een middag op pad te gaan met m’n fototoestel maar dat lukt niet altijd. Ook ben ik in gedachten heel sportief, alleen niet erg praktiserend. Van lekker eten en drinken geniet ik, wat ook erg handig is als je een horecabedrijf hebt. Gelukkig is hier vaak iets te proeven en te proberen!

Dit jaar mag ik me 30 jaar eigenaar van de Residentie noemen, als vierde generatie Reimink. Met een ongelooflijk fijn team medewerkers zijn we en hebben we een prachtig horecabedrijf, in de breedste zin van het woord. De afwisseling, onregelmatigheid en onvoorspelbaarheid geven elke dag energie om het voor onze gasten zo goed mogelijk te willen doen. Rouw en trouw, en alles wat daar tussen zit – geen dag is hetzelfde.

Carnaval heeft in ons leven een heel bijzondere plaats. Als buitenstaander heb je werkelijk geen idee wat er allemaal bij komt kijken en waar iedereen mee bezig is. Ik neem dan bij voorbaat ook m’n steek al af voor iedereen die zich elk jaar op welke manier dan ook inspant om er wat moois van te maken!

Als jongste en vierde kind van Jo en Wim Reimink weet ik niet beter dan dat er carnaval gevierd wordt, gewerkt wordt, en dat er veel plezier is. Als tieners liepen we met een groepje jarenlang mee in de optocht, om daarna vooral aan het werk te gaan tijdens carnaval, en meestal lukte het om de maandagavond zelf carnaval te vieren. Het liefst met een goede vermomming, zodat je een beetje onherkenbaar door de zaal kunt lopen en ouwehoeren. Prachtig!

Na Wim, Bennie en Marcel ben ik nu de vierde Reimink die zich met trots Prins der Sprokkelaars mag noemen en ik heb er ontzettend veel zin in om er een magisch feest van te maken! Ik draag het “toverstokje” van de Residentie dit jaar compleet over aan mijn fantastische team en wens ze vanaf hier heel veel succes, plezier en dank voor jullie (extra) inzet!

Samen met Jeugdprinses Esmée, de Sprokkelaars, alle deelnemers aan de verschillende optochten, de DJ’s, licht en geluid, en nog tig anderen maar vooral alle carnavalsvierders: we maken er een prachtig carnaval van! Onder het sportieve motto:

“Carnaval met de Sprokkelaars, de allermooiste thuiswedstrijd!”

Alaaf!

Prins Reimink de Vierde